m., g. mv.,
1. de groei, het toenemen in grootte van een plant: de invloed van electrische stromen op de plantengroei;
2. het uit de aarde opschieten, het ergens voorkomen van planten: de veranderingen door bemesting en plantengroei in de bouwgrond teweeggebracht;
3. de gezamenlijke planten die ergens groeien: de plantengroei is op IJsland zeer beperkt: een weelderige plantengroei.