Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Plantengroei

betekenis & definitie

m., g. mv.,

1. de groei, het toenemen in grootte van een plant: de invloed van electrische stromen op de plantengroei;
2. het uit de aarde opschieten, het ergens voorkomen van planten: de veranderingen door bemesting en plantengroei in de bouwgrond teweeggebracht;
3. de gezamenlijke planten die ergens groeien: de plantengroei is op IJsland zeer beperkt: een weelderige plantengroei.

< >