o. (-’s).
PLAATSJE
o. (-s), kleine plaats; in ’t bijz. :
1. ingebouwde ruimte binnen of achter een huis, binnen-, achterplaats : zet de bezem maar op het plaatsje;
2. ruimte die iets of iem. inneemt, met bescheidenheid genoemd : is er misschien nog een plaatsje voor mij? een plaatsje onder de zon;
3. kleine betrekking, postje.