Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Piston

betekenis & definitie

I. (Fr.), m. (-s),

1. zuiger;
2. ventiel van een koperen blaasinstrument;
3. koperen blaasinstrument met ventielen (verkorting van cornet à piston): op de piston spelen;
4. pistonist:
5. (Zuidn.) slaghoedje, knalpatroon voor een kinderpistool (ontleend aan fr. fusil d piston);

II. v. (-nen), ton waarin men watert.

< >