I. m. (-en), roepnaam voor de eend;
— jonge eend: daar zwemt een eend met pielen;
— (zegsw.) voor de pielekens zijn, naar de pieltjes gaan, verloren zijn, er bij zijn;
— in de piel zijn, in een onaangename toestand verkeren.
II. m. (-en), (gemeenz.) penis, mannelijke roede.