(<Fr.), v.,
1. verlof, vergunning, b.v. van koffiehuizen om te mogen openblijven: permissie vragen, geven, hebben; doorlopend permissie hebben; — met permissie, met verlof, gebruikt als men iets minder netjes vertelt, meedeelt enz.: en hij deed met permissie wat in zijn broek;
2. inz. van soldaten, verlof om te mogen uitblijven: hij is met permissie, met verlof (van korte duur).