Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Pappen

betekenis & definitie

(papte, is en heeft gepapt),

1. (onoverg.) het zich innig vermengen van olie met een geringe hoeveelheid water, onder de invloed van de beweging en drukking der met dit mengsel gesmeerde machinedelen.
2. (overg.) met pap bestrijken of bedekken; — (van gezwellen) er een pap op leggen; — roggebroden pappen, voor het bakken van boven met meelpap bestrijken; — stoffen pappen, appreteren.
3. (Barg.) drinken, zuipen.

< >