(<Fr.), v. (-ten),
1. papiertje dat dames in het haar dragen om het te doen krullen: papillotten leggen, zetten; met het haar in papillotten.
2. gekroesd stukje papier dat men om het been van koteletten enz. doet om dit, zonder zich vuil te maken, te kunnen aanvatten: karbonades in papillotten.