(<Fr.<Lat.), v. (-len),
1. tepelvormige verhevenheid, inz. op het slijmvlies der tong: de omwalde, de paddenstoelvormige en de draadvormige papillen.
2. (plantk.) kleine kegelvormige verhevenheid der opperhuid van fluweelachtige bloembladeren.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
(<Fr.<Lat.), v. (-len),
1. tepelvormige verhevenheid, inz. op het slijmvlies der tong: de omwalde, de paddenstoelvormige en de draadvormige papillen.
2. (plantk.) kleine kegelvormige verhevenheid der opperhuid van fluweelachtige bloembladeren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: