Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Palet

betekenis & definitie

(<Fr.),

I. o. (-ten),
1. (schild.) dun, min of meer ovaal vormig plankje met een gat er in voor de duim, waarop de schilder zijn verven plaatst en mengt: het palet opvatten, gaan schilderen; — de mannen van het palet, de schilders.
2. (fig.) kleurmenging, schilderwijze: hij heeft een schitterend palet.
3. (potteb.) platte spaan van uiteenlopende vorm met een handvat, waarmee aan de potten de vereiste gedaante gegeven wordt.
4. (glasbl.) ijzeren kubus waarin zes peervormige openingen van verschillende grootte zijn uitgespaard.

II. o. en v. (-ten), kaatsspaan bestaande uit een dun, rond, houten blad aan een steel en dienende om een vederbal heen en weer te kaatsen.

III. v., (Zuidn.) soort van werpspel met metalen schijven naar een in afdelingen verdeeld aarden doel.

< >