Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Paaskaars

betekenis & definitie

v. (-en),

1. (R.-K.) grote kaars die op Paasavond gewijd wordt en gedurende de hoogmis brandt op de feestdag van Pasen en op de andere Zondagen tot Hemelvaart.
2. gewestelijke volksnaam voor verschillende planten; koningskaars, stalkaars, vingerhoedskruid, druifhyacint enz.

< >