v. (-en),
1. het overspannen of overwelven ;
2. (bouwk.) afstand tussen twee steunpunten van een kap, een gewelf, een brug enz.: de overspanning van het gewelf is twaalf meter;
3. (concr.) kap, (brug-) boog, gewelf tussen twee steunpunten;
4. het al te sterk spannen van iets;
5. het overmatig inspannen van zijn krachten of vermogens;
6. toestand van overprikkeldheid die het gevolg is van het te veel vergen van zijn krachten en zenuwen ;
7. (electr.) spanning hoger dan de bedrijfsspanning, die onder bijzondere omstandigheden in electrische geleidingen of machines optreedt.