Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overleven

betekenis & definitie

(overleefde, heeft overleefd),

1. langer leven dan: die grijsaard heeft al zijn kinderen overleefd; zijn roem, zichzelf overleven, langer leven dan zijn roem duurde;
2. blijven leven na, levend te boven komen: ik zal dat smartelijk verlies niet overleven; zo iets overleef je niet.

< >