Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overkoken

betekenis & definitie

(kookte over, heeft en is overgekookt), (onoverg.)

1. bij het koken overlopen: het water, de pap kookt over; — met subjectsverwiss.: de ketel kookt over;
2. (techn.) (van water) met de stoom meegevoerd worden, opkoken: het overkoken van het water in de stoomketel wordt ook pruimen genoemd.

< >