I. (floot over, heeft overgefloten),
1. opnieuw fluiten, nog eens spelen op de fluit;
2. (overg.) (marine) een hoge gast die aan boord komt eer bewijzen door het fluiten op het bootmansfluitje: de schipper die bij de valreepsgasten stond opgesteld heeft de koningin overgefloten;
II. (overfloot, heeft overfloten), harder fluiten dan een ander.