o. (-en),
1. versiersel, tooi, sieraad: een latafel met koperen ornamenten ; de ornamenten van een versierd handschrift: — bibelot: ornamenten op de schoorsteen;
2. decoratieve versiering die door de schilder- of beeldhouwkunst wordt aangebracht op gebouwen, voorwerpen enz.: arabesken en andere ornamenten;
3. (muz.) bijnoten ter versiering der melodienoten, door de componist of zanger er bijgevoegd.