(<Fr.), v. (-s, ...tien),
1. regelmatige rangschikking, orde ; inz. met betr. tot de schikking en aangebrachte verhoudingen in kunstwerken, gebouwen enz. ;
2. wijze waarop iets geregeld is, inrichting, ordening : ’sHeren ordonnantie ;
3. het ordestellen op het een of ander ; (gemeenz.) wat een ordonnantie heeft-ie op zijn lijf, wat een drukte, wat een praats heeft hij, wat wil hij alles regelen;
4. voorschrift: koloniale ordonnantie, algemene verordening door de Gouverneur-Generaal, de Raad van Indië gehoord, afgekondigd ;
5. bevelschrift; aanwijzing tot betaling op een lands- of gemeente-ontvanger.