Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opvriezen

betekenis & definitie

(vroor op, heeft (1.) en is opgevroren),

1. gaan vriezen : tegen de nacht zal het wél weer opvriezen ;
2. omhoog komen door bevriezing van de ondergrond, b.v. bij bestratingen, deurdorpels enz.;
3. stukvriezen : het opvriezen van het wegdek.

< >