Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Optica

betekenis & definitie

(<Gr.-Lat.), v.,

1. dat gedeelte der natuurkunde dat zich met verschijnselen van het licht bezighoudt; in beperkte zin omvat zij alleen de verschijnselen van de rechtlijnige beweging van het licht;
2. (-’s), leerboek voor de optica ;
3. (eert.) een soort van camera obscura : een eikenhouten optica.

< >