(stoof op, is opgestoven),
1. stuivende omhoog vliegen : het stof dat van de dansvloer opstuift;
2. tot een hoop omhoog stuiven : de sneeuw ivas wel een meter hoog opgestoven ;
3. (van personen) met een vaart omhoog snellen: hij stoof de stoep op ; zij stoven van hun zetels op ; — ook in een bep. richting hollen: hij stool weer de weg op ;
4. (fig.) toornig worden, opvliegen: hij stuift op als buskruit, is spoedig toornig, is zeer opvliegend.