Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Oppikken

betekenis & definitie

(pikte op, heeft opgepikt),

1. met de snavel opnemen en eten: een mus die het graan van de grond oppikt;
2. met een scherp voorwerp prikken en opnemen: tot de meid de gare poffertjes oppikt;
3. met een haak uit het water halen; (bij uitbr.) aan boord nemen: schipbreukelingen oppikken; de luchtballon werd door vissers opgepikt;
4. aantreffen en meenemen: de politie pikte de dief op, rekende hem in.

< >