(metselde op, heeft opgemetseld),
1. door metselen hoger doen worden, optrekken: een muur 5 m hoog opmetselen ; die schoorsteen is vlug opgemetseld;
2. (van bouwmaterialen, inz. stenen) op elkaar metselen; met subjectsverwisseling: die steen metselt vlug op, daarmee kan men snel iets op trekken;
3. al metselende verbruiken : die stenen zijn al opgemetseld;
4. door metselen herstellen, hier en daar vernieuwen of verbeteren: die muur moet wat opgemetseld worden.