Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opluchten

betekenis & definitie

(luchtte op, heeft opgelucht),

1. (onoverg.) opfrissen, lucht geven : dat lucht op, dat de deur open komt; boeren en winden luchten op, maken de benauwdheid minder ; — (fig.) dat zal opluchten, als die woelwater weg is ; —
2. van zorg ontheffen, verlichten: je bent zeker heel wat opgelucht, nu dat examen achter de rug is;
3. (overg.) verlichten: het doet me goed mijn hart eens op te luchten.

< >