(groeide op, is opgegroeid), groeiende omhoog gaan, opschieten, langer, groter worden: die kinderen groeien aardig op ; — tot zijn volle wasdom komen : de omgeving waarin hij opgegroeid was ; hij groeit voor galg en rad op, wordt een booswicht; — met iem. opgroeien, tegelijk met hem groter worden; — (veroud.) ik ben er niet tegen opgegroeid, hij is tegen mij niet opgegroeid, opgewassen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk