Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opgeld

betekenis & definitie

o. (-en),

1. agio ; de waarde van een metalen munt boven de nominale waarde : goud doet opgeld;
2. (fig.) opgeld doen, in trek zijn, opgang maken;
3. (bij verkopingen) bedrag waarmee de koopprijs verhoogd wordt (gewoonlijk 10 %) tot dekking van de kosten.

< >