Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opdruk

betekenis & definitie

o. (-ken),

1. wat op iets gedrukt is: een Indische postzegel met het opdruk Java; — (in ’t bijz.) wat over iets heen gedrukt is: postzegels van drie cent met een opdruk van vijf cent;
2. postzegel met een nieuwe, opgedrukte waarde of aanwijzing: heb je de laatste opdrukken al in je album?

< >