(diste op, heeft opgedist),
1. opdragen en op tafel zetten: het eten werd opgedist; — (met verzwegen object) zij dissen daar goed op, zij nemen het er goed van; — (bij uitbr.) als spijs voorzetten;
2. (fig.) ten beste geven; vertellen: allerlei aardigheden opdissen; — inz. van wat ongeloofwaardig is of dient om te misleiden: hij diste mij een mooi verhaal op, maar ik begreep wel dat het grotendeels fantasie was.