Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onwaarheid

betekenis & definitie

v.,

1. de hoedanigheid van onwaar te zijn: de waarheid of on'waarheid van hetgeen de profeet beweert;
2. (...heden) wat onwaar is, onwaar gezegde, onware bewering: dit schijnt mij een onwaarheid; zijn boek wemelt van onwaarheden en onjuistheden.

< >