bn. bw. (-er, -st),
1. niet te rechter tijd komende of geschiedende: ontijdige discussie; het dochtertje bij welks ontijdige geboorte de moeder bezweek; — bw., niet op de juiste tijd, op een verkeerd ogenblik: ontijdig bevallen.
2. (van pers.) op een ongeschikt ogenblik komende: een ontijdig bezoeker; ontijdige gasten.