Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ontijdig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. niet te rechter tijd komende of geschiedende: ontijdige discussie; het dochtertje bij welks ontijdige geboorte de moeder bezweek; — bw., niet op de juiste tijd, op een verkeerd ogenblik: ontijdig bevallen.
2. (van pers.) op een ongeschikt ogenblik komende: een ontijdig bezoeker; ontijdige gasten.

< >