Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ontbijt

betekenis & definitie

o.,

1. eerste maal van de dag: van morgen onder het ontbijt;het tweede ontbijt, maaltijd omstreeks de middag, twaalfuurtje.
2. spijzen die men bij de onder 1. bedoelde maaltijd nuttigt: een licht ontbijt.

ONTBIJTBLIKJE

o. (-s), (Ind.) blikje met ham, worst enz. voor ’t ontbijt.

< >