Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ongerept

betekenis & definitie

bn.,

1. onaangeraakt, onaangeroerd, nog in zijn oorspr. volkomen staat verkerend: de ongerepte sneeuw, waarin nog niemand gelopen heeft; ongerepte wouden, nog nooit betreden; — een ongerepte maagd.
2. (flg.) ongeschonden: iem. van ongerepte naam; een eed die ongerept en heilig werd bewaard.

< >