bn. bw. (-er, -st),
1. niet door dwang genoodzaakt, vrijwillig : ongedwongen zal hij dat wel niet doen;
2. zonder stijfheid, ongekunsteld, ongemaakt, natuurlijk : een losse en ongedwongen houding; de ongedwongen toon, die tussen hen heerste ; — bw. : hij sprak zeer ongedwongen.