o.,
1. schadelijk gedierte: slangen en dergelijk ongedierte vindt men in Indië overal; — (jag.) alle roofdieren die aan de wildstand schadedoen ;
2. insecten als parasieten of schadelijke dieren: die boom wordt door ’t ongedierte geplaagd; in dat logement hadden wij last van ongedierte;
3. (fig.) gespuis: ’t land wordt gezuiverd van het ongediert’!