1. bw. van tijd, onderwijl, intussen: hij had ondertussen de kamer verlaten ;
2. voegw. bw., met dat al, niettegenstaande, niettemin: zij komen er ondertussen al heel ongelukkig af; hij had het beloofd en ondertussen deed hij het niet.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: