(onderstelde, heeft ondersteld),
1. een denkbeeld stellen als grondslag van een redenering: onderstel eens dat dit werkelijk gebeurt:
2. als waar aannemen omdat men het althans waarschijnlijk moet achten: ik heb hem in lange tijd niet gezien, zodat ik onderstel dat hij ziek is;
3. als bestaande aannemen: hoe kunt u zulke onchristelijke gevoelens bij ons onderstellen?
4. noodzakelijk aanwezig achten als voorwaarde of oorzaak : het boek onderstelt een vrij diepgaande kennis der klassieken bij de lezer.