(onderschepte, heeft onderschept),
1. iem. op zijn weg tegenhouden, opvangen; iem. of iets beletten voort te gaan of zijn doel te bereiken : de Engelse vloot deed alle moeite om onze achterhoede te onderscheppen ; —brieven onderscheppen, onderweg opvangen zodat ze hun bestemming niet bereiken;
2. (Zuidn.) heimelijk vernemen: waar heeft hij dat onderschept?
3. het verspreiden of de doordringing beletten van: het licht, de stralen der zon onderscheppen ; — (w. g.) het uitzicht, de blik onderscheppen.