Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onbuigbaar

betekenis & definitie

bn. bw. (-der, -st),

1. niet te buigen te hard of te stijf om gebogen te worden: ijzer en glas zijn in koude toestand onbuigbaar;
2. (fig., w. g.) onverzettelijk, hardnekkig: hij toonde zich trots en onbuigbaar; een onbuigbare aard;
3. (van recht en wetten) onwrikbaar vast staande: natuurs onbuigbre wetten.

< >