Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onbedacht

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), onnadenkend, onbezonnen, onvoorzichtig: onbedacht naar iets grijpen; onbedachte ivoorden; — een onbedacht ogenblik, een ogenblik waarin iem. in handelen of spreken onnadenkend, onbezonnen te werk gaat: hij heeft het in een onbedacht ogenblik gedaan; — bw.: onbedacht te werk gaan; de verzekeraar is aansprakelijk op welke wijze de brand ook is ontstaan, bedacht of onbedacht, gewoon of ongewoon, geen uitgezonderd (art. 290 W. v. K.).

< >