Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onafhankelijkheid

betekenis & definitie

v., zelfstandigheid, vrijheid: tracht altijd uw onafhankelijkheid tv. bewaren; (van volken, landen, gewesten enz.) zelfstandigheid, vrijheid van vreemde inmenging of overheersing: strijden voor de onafhankelijkheid en de welvaart van het vaderland.

< >