Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onaangestoken

betekenis & definitie

bn.,

1. (van. vruchten) niet. wormstekig;
2. (fig.) onbesmet.

ONAANGETAST, bn., in de uitdr. onaangetast laten of blijven,

1. niet vijandig bestoken, niet aanvallen;
2. (van een ziekte) ongeschonden laten, niet aangrijpen;
3. (van eetwaren en bezittingen) er niet van gebruiken.

< >