I. (zoomde om, heeft omgezoomd), een zoom om iets naaien: hebt je die lakens nu nog niet omgezoomd?;
II. (omzoomde, heeft omzoomd),
1. met een rand of boord van een andere stof of kleur beleggen: een vuurrode rok met brede gouden rand omzoomd;
2. (fig.) met een zoom of rand van iets omgeven: smalle wandelpaadjes, aan weerskanten met palm omzoomd.