Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Omstevenen

betekenis & definitie

I. (stevende om, heeft en is omgestevend), om iets heen stevenen, er om heen zeilen: toen we de punt van Zuid-Amerika omgestevend waren; — (oneig., scherts., van personen) recht toe recht aan met snelle tred om iets heen stappen: daar komt hij de hoek omstevenen;

II. (omstevende, heeft omstevend), (dicht.) stevenend omgaan: de aarde omstevenen.

< >