Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Omspoken

betekenis & definitie

(spookte om, heeft omgespookt),

1. spokend rondwaren: men verhaalt, dat in het oude kasteel de geest van een der voorouders omspookt;
2. als een spook rondlopen, hetzij geheimzinnig en schrikverwekkend, hetzij met woest getier: zij kan ’s nachts als een geest door het huis omspoken; wat heeft dat dronken volk weer omgespookt!

< >