(speldde om, heeft omgespeld),
1. door middel van spelden om het lijf bevestigen: iem. een doek, een kraagje omspelden; een omgespelde neusdoek van hoogrode zijde;
2. anders spelden, zodat het beter of netter bevestigd is: die luier zit dat kind lastig, ik zou ze even omspelden.