(snuffelde om, heeft omgesnuffeld),
1. her- en derwaarts lopen te snuffelen: wat heeft de hond weer naar wild omgesnuffeld; — (oneig., van mensen) snuffelend, zoekend rondlopen om iets op te sporen: ik heb de hele dag in de stad omgesnuffeld, maar hem niet kunnen vinden;
3. zonder orde of plan hier en daar ïn snuffelen en rondkijken: ik heb al zo nu en dan in die papieren omgesnuffeld.