(roeide om, heeft omgeroeid),
1. om iets heen roeien: met moeite waren zij de hoek omgeroeid;
2. her- en derwaarts roeien: willen we wat op de Rijn gaan omroeien?
3. langs een omweg roeien: we hebben een heel eind omgeroeid;
4. door roeien om iets heen brengen: roei de boot de hoek om;
5. roeiende omstoten: ze hebben de paaltjes van de visnetten omgeroeid.