Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Omreizen

betekenis & definitie

(reisde om, heeft en is omgereisd),

1. om iets heen reizen: hoe dikwijls heeft hij de wereld wel niet omgereisd!
2. her en der reizen: een jaar lang heeft hij in Spanje omgereisd;
3. langs een omweg reizen: wij moesten een heel eind omreizen.

< >