(laadde om, heeft omgeladen),
1. overladen, uit het ene voer- of vaartuig of van het ene lastdier goederen laden in of op een ander: dat stuk goed is op de verkeerde boot gekomen en moet gauw omgeladen worden; — met objectsverwiss. van de beladen voer- of vaartuigen of van de lastdieren zelf: die wagens moeten omgeladen worden;
2. anders laden: je moet dat goed omladen, anders kan het nooit op de wagen.