Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Neushoorn, neushoren

betekenis & definitie

m. (-s), rhinoceros ; zoogdier van de orde der dikhuidigen, dat zijn naam draagt naar de wel 60 cm lange horen die het op de neus heeft en waarin het een buitengewone kracht bezit, zodat het daarmee zelfs zware bomen omver kan werpen (Rhinoceros unicomis).

< >