[het accent wisselt, in de bet. II. altijd negatief'] (<Fr.),
I. bn. bw.,
1. ontkennend : een negatieve zin ; — een ontkennend antwoord inhoudend: dat onderzoek had slechts een negatief resultaat;
2. zich kenmerkend door de afwezigheid van iets; — waar niets uit voortkomt: een negatieve houding;
3. (wisk.) een negatief getal, zoveel minder dan nul als de uitgedrukte waarde ;
4. (nat.) negatieve electriciteit, in tegenst. met positieve;
5. (fot.) een negatief beeld, beeld waarin de waarden van licht en donker omgekeerd zijn aan die in de natuur;
II. zn. o. (...tieven), (fot.)
1. negatief beeld ;
2. ontwikkelde fotografische plaat.