Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Naturalist

betekenis & definitie

(<Fr.), m. (-en),

1. (enigsz. veroud.) iem. die studie maakt van de wetenschap der natuur: volgens de Hollandse naturalist Verboom, is zij (de koe) de uitvindster van de aardbeien met room (Schoolmeester);
2. aanhanger van het naturalisme.

< >